verhaal

‘Hij klampte zich als een aapje aan me vast’

Ouders over KOW

Djaya is getrouwd met Marjolijn en werkt als bedrijfsmaatschappelijk werker bij de Koninklijke Landmacht. Samen hebben ze zoon Luuk (2) en dochter Noor (3 maanden). Luuk gaat sinds maart 2018 naar de Bonte Koets in Middelburg.

“Kinderopvang is voor ons méér dan een praktische oplossing. Luuk leert en ontdekt er van alles: van spelen met andere kinderen tot nieuwe woorden en leuke liedjes. Vooral op creatief gebied doet hij er de leukste activiteiten. Dingen die je thuis niet zo snel bedenkt: spelen met scheerschuim of stempelen met kastanjes.

De eerste keer hebben Marjolijn en ik Luuk samen gebracht. Dat was wel een momentje. Het werd snel makkelijker toen we zagen met hoeveel toewijding de medewerkers voor Luuk zorgden en ons daarbij betrokken. Ik vind het knap hoe ze dat doen. Op de Bonte Koets hebben ze een babygroep (0-2 jaar) en een peutergroep (2-4 jaar). Toen Luuk oud genoeg was om naar de peuters te gaan, klampte hij zich bij het afscheid soms als een aapje aan ons vast. Dat was pittig. Niet alleen voor hem, maar ook voor ons. Je ziet je kind het liefst vrolijk naar binnenrennen. In die periode werd Luuk ook gebeten door een ander kindje. Dan schrik je wel even. We spraken onze zorgen uit naar de medewerkers en voelden ons erg gehoord: een pedagogisch coach kwam meekijken op locatie en er werd een informatieavond georganiseerd. We weten dat we altijd bij de medewerkers terechtkunnen. Juist ook als het even wat minder leuk is.

Ik blijf het bijzonder vinden om iemand die geen familie is zo liefdevol voor je kindje te zien zorgen.

Het fijnste moment is als ik na een lange werkdag door het raam kijk en ik zie Luuk lekker bij ‘de juf’ op schoot zitten. Voldaan en tevreden. Ik blijf het bijzonder vinden om iemand die geen familie is zo liefdevol voor je kindje te zien zorgen.

Over een paar weken zit het verlof van Marjolijn erop. Dan brengen we ook Noor voor het eerst naar de Bonte Koets. We weten dat we haar in goede handen achterlaten, maar toch… de eerste keer blijft spannend.”