“We lezen regelmatig voor op het kinderdagverblijf en de peutergroep. Dat zijn vaak knusse momentjes, waarbij we samen met de kinderen met het boek bezig zijn. We bekijken de kaft, lezen voor, laten de kinderen de plaatjes zien en praten over het verhaal. Dit noemen we interactief voorlezen. Eigenlijk maakt het helemaal niet uit of het boek uiteindelijk uitgelezen wordt. Het gaat erom dat de kinderen op een leuke en ontspannen manier met taal bezig zijn. Door het voorlezen, stimuleren we de taalontwikkeling. En door vragen te stellen, dagen we de kinderen uit om zelf te vertellen en prikkelen we hun fantasie. Ook laten we de kinderen de letters zien. Zo leren ze dat er letters, woorden en zinnen bestaan.
De kracht zit hem in herhaling.
Bij elk thema horen nieuwe boeken. Deze lezen we bewust meerdere keren voor, want de kracht zit hem in herhaling. Daardoor leren de kinderen nieuwe woorden herkennen en begrijpen en krijgen ze de betekenis van het verhaal door. Regelmatig gebruiken we een knieboek tijdens het voorlezen. Dit boek heeft aan de ene kant plaatjes en aan de andere kant tekst. De kinderen kunnen daardoor goed de plaatjes zien en daarop reageren. Ook maken we gebruik van vertelkoffers met voorwerpen die voorkomen in het boek. Bijvoorbeeld een tractor en een koe. Oudere kinderen vinden het vaak erg leuk om daarmee het verhaal na te spelen. Zo komt het boek tot leven!”
Fieke Wolf werkt al 11 jaar bij Kinderopvang Walcheren. De laatste jaren als coördinator pedagogiek en ontwikkeling. Fieke leest zelf ook graag voor aan haar dochter Eva en zoon Mart. Hun favoriete prentenboek is Draakje Vurig.